De HEER droeg Mozes op het volgende tegen de Israëlieten te zeggen:
‘Jullie zijn er getuige van geweest dat Ik vanuit de hemel tot jullie heb gesproken. Je mag daarom geen goden van zilver of goud maken om die naast Mij te vereren. Maak voor Mij een altaar van aarde, en slacht daarop je schapen, geiten en runderen voor de brandoffers en vredeoffers. Op elke plaats waar Ik Mijn naam wil laten noemen, zal Ik naar jullie toe komen en je zegenen. Als je voor Mij een stenen altaar wilt bouwen, gebruik dan geen gehouwen stenen, want door de stenen met een beitel te bewerken ontwijd je ze. En breng geen treden aan, want als je daarlangs omhoog zou gaan, zou men je geslachtsdelen zien.’